Maar liefst 75 procent van het water dat in 2021 tot overstromingen in Limburg leidde, was afkomstig uit België. Dit laat zien hoe belangrijk maatregelen over de grens zijn voor het Limburgse watersysteem.
De Geul ontspringt in België. Daarom zijn maatregelen in dat gebied erg belangrijk om herhaling van de situatie in 2021 te voorkomen. Geograaf Didier Bonni en geohydroloog Ouafae Tahi onderzoeken sinds begin dit jaar hoe die maatregelen eruit moeten zien. Als geograaf is Bonni bekend in het gebied. Tahi vormt de brug tussen het programma WRL en Wallonië.
Samenwerken over de grens
Bonni werkte al grensoverstijgend bij eerdere projecten over het beheer van water. Toch was dat nooit zo georganiseerd als dat nu bij WRL het geval is. “Water kent geen grenzen”, zegt hij. “De overstromingen in 2021 maakten duidelijk dat het een onderwerp is dat prioriteit nodig heeft.”
In België waren de grootste problemen in 2021 in het Weezerdal. Veel collega’s uit het werkveld van Bonni waren tot nu toe op dat gebied gefocust. “Het is vanuit Belgisch oogpunt begrijpelijk dat de aandacht naar Verviers, Eupen en Luik ging. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat ook de Geul aandacht krijgt”, vertelt Bonni. “Daar gaan we voor lobbyen.”
Hydrologisch onderzoek
De komende tijd zal worden besteed aan hydrologisch onderzoek en het inventariseren van mogelijke maatregelen in het Geuldal. Op 14 mei is het startsein gegeven voor het opstellen van de uitvraag voor het onderzoek. Hiervoor tekenden de betrokken overheden in het gebied een intentieovereenkomst. Bonni en Tahi schatten in dat het onderzoek twee tot drie jaar duurt. Bonni benadrukt het belang van een wetenschappelijke basis voor er maatregelen genomen worden. “Wat we gaan doen moet bewezen effectief zijn. Ook mogen onze acties geen problemen op andere plaatsen veroorzaken.”
Toch betekent dit niet dat er de komende drie jaar geen maatregelen getroffen zullen worden. “Als we op korte termijn enkele oplossingen kunnen implementeren die snel resultaat opleveren, kunnen we uiteraard eerder aan de slag,” legt Tahi uit. “Het gaat dan om kleinschalige maatregelen die weinig kosten, maar die wel het gevoel van veiligheid bij de inwoners kunnen vergroten.”
Nature Based Solutions
Er wordt zoveel mogelijk gekeken naar Nature Based Solutions (NBS). Dit betekent dat bij het nemen van maatregelen de natuur centraal staat. "De overstromingen van 2021 hebben ons geleerd dat we beter naar de natuur moeten luisteren en van haar moeten leren," vertelt Tahi. "De natuur heeft miljoenen jaren ervaring in het omgaan met water en wij kunnen veel van haar deskundigheid overnemen. Door in harmonie met de natuur te werken, kunnen we duurzame oplossingen vinden. Deze komen zowel de waterveiligheid als de ecologie ten goede."
Volgens Bonni wordt in België al veel op die manier gewerkt als het op wateroverlast aankomt. “We willen niet te veel harde infrastructuur aanbrengen in de natuur”, zegt hij. “Natuur en water gaan samen. De vallei hier in het Geuldal is ook nog redelijk in tact.”
Maatregelen
De ontwikkeling van oplossingen en maatregelen kost tijd. Wat Bonni en Tahi wel al weten is dat het water daar moet worden opgevangen, waar de druppel valt. “Water dat op de ene plek valt, mag niet tot problemen leiden in andere gebieden”, zegt Bonni. Op dit moment onderzoeken ze hoe de zijrivieren van de Geul hierbij kunnen worden ingezet om het water te vertragen.
Volgens Tahi is het daarbij belangrijk dat water de ruimte krijgt. Rivieren moeten niet gestroomlijnd worden, maar moeten kunnen meanderen. Volgens haar zorgt dat ook voor een mooier landschap. Bonni vult aan: “Onze regio is een toeristische regio. Daar is wat wij doen ook positief voor. Het wordt mooier voor wandelaars en fietsers. Wateroverlast gaat voor, maar alles gaat samen. De maatregelen zorgen niet alleen voor een mooi landschap. Ook zijn ze goed voor de ecologie en de waterkwaliteit. Het is een integrale aanpak.”
Landbouw
Ook tijdelijke opslag van water kan bijdragen aan het voorkomen van overlast. Daarover wordt met landeigenaren gesproken. Als weilanden tijdelijk onder water kunnen komen te staan, stijgt het waterpeil in de rivier minder hard. “Het is nog beter als het water helemaal niet in de rivier komt. Als landbouwers hagen planten of greppels aanleggen is dat nog effectiever. Over het algemeen geven ze aan dat ze bereid zijn om iets te doen. Al willen ze er natuurlijk geen financieel nadeel van ervaren.”
Volgens de twee onderzoekers is het belangrijk om te begrijpen dat niet alle water te structureren is. Tahi: “We werken aan oplossingen en verbeteringen, maar het wordt natuurlijk nooit perfect. Je kunt water niet honderd procent controleren. We doen het maximale binnen onze mogelijkheden.”